Na een paar heerlijke dagen in Ho Chi Minh Stad, waar je hier meer over leest, vervolgen we onze reis naar Hoi An.
Hoi An
Een kuststad in centraal Vietnam aan de Zuid-Chinese zee met slechts 120.000 inwoners in het historische oude centrum. Overal waar je kijkt zie je massa’s lampions, vele kleuren en idyllische doorkijkjes. Het is dan ook niet moeilijk voor te stellen dat dit kleine pareltje is opgenomen op de Wereld Erfgoedlijst van Unesco. Naast het historische centrum zijn er vele prachtige tempels, de Night Market en de Japanse Brug. Naast de schoonheid van de stad is Hoi An vooral bekend vanwege alle kledingmakers. Nergens in Vietnam vindt je zoveel kleermakers bijeen.
Vanwege het nieuwe jaar is het erg druk in de stad. Het is dan ook een verademing om na een dag rond te struinen ons terug te trekken tussen de rijstvelden. We verblijven, te midden van de prachtige rijstvelden, in een boetiek hotel; Four Seasons Villa. Het kleinschalige en de persoonlijke benadering maakt het een meer dan comfortabel bedrijf. Ideaal dat we via het hotel een scooter konden huren (of fietsen als je dat liever wilt).
Hiermee toerden we onder ander naar de andere kant van de stad, waar zich een prachtig strand bevindt; An Bang Beach. Hier streken we neer in de comfortabele Shore Beach Club. Er zijn vele lounge plekken in de club, in het restaurant gedeelte en op het strand. Met een koud Saigon Special biertje of een cocktail in je hand was het hier heerlijk vertoeven.
Hoi An en al haar charme is wat mij betreft een perfecte overgang. Zeker na een paar dagen Ho Chi Minh stad. Na vele dagen fantastische gerechten te hebben geproefd was het de hoogste tijd om zelf de keuken in te gaan. Hoi An biedt legio mogelijkheden voor kookworkshops. Op advies van onze hotel hostess Ting gingen wij mee met Hoi An Eco Cooking Tour.
De dag begon al vroeg op de markt van Hoi An. Hier leerden we de fijne kneepjes van de juiste ingrediënten vergaren. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om garnalen, vis of gevogelte levend te kopen. Dat zien de Vietnamezen als enige indicator van versheid.
Na de markt zijn we per kleine bootjes de mangroven ingegaan op zoek naar krabben. Een grappige toevoeging aan de toer die zeker hilariteit met zich mee bracht. Eenmaal achter de kachel maakte we onder ander de Bahn Xeo (pannenkoekjes), Goi Cuon (knapperige spring rolls met varkensvlees) en Pho (soep).
Op de vooravond van ons vertrek richting het tropische Phu Quoc eiland, besloten we een gokje te wagen. Op een steenworp afstand van het hotel was een heuse “Beer garden“. Nu is het niet mijn stijl om in een prachtig land als Vietnam braadworst te gaan eten, maar volgens onze hostess serveren ze heer oprecht goede Vietnamese gerechten. En eerlijk is eerlijk, we hebben hier één van de lekkerste maaltijden gegeten. In de Beer Garden proefde we de zoet-zure wok met varkensvlees, gebarbecuede varkensribben en wok met groenten.
Terwijl de kikkers (tevens een Vietnamese delicatessen) luid kwaakte tussen de rijstvelden liepen we terug naar onze eigen kleine Oase.
Lees ook onze reistips over: Tulum en Bacalar in Mexico, Singapore, Malaga en Barcelona.